bij de familie

De warme wind en geur van Afrika waait door de aankomsthal. De bagage is door een man op een wagentjes geplaatst. Buiten zoeken we naar Momo, die net als veel andere mensen achter hekken staat te wachten. Hij ziet ons eerder en roept ons. We lopen om naar waar de cremekleurige auto geparkeerd staat. Het is fijn om elkaar weer te zien.

Met een beetje proppen passen wij en de bagage in de auto. Toeterend rijdt Momo de auto voor de deur. Snel komt N’deye naar buiten, gevolgd door de anderen. Eindelijk zijn we er. Op de binnenplaats staan twee mangobomen en het lijkt net of Cee die heeft gemist. Iedereen lacht om zijn capriolen.